Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ik [56]haat, Ik versmaad uw feesten, en Ik mag uw [57]verbods[dagen] niet [58]rieken. 56. Zie Jes.1:11,12,13,14, met de aantekening. 57. Zie Lev.23:36. 58. Gelijk wij ook in onze taal spreken van personen en zaken, waarvan wij een groten afkeer hebben. Anders: op uwe verbondsdagen mag, of zal Ik niet rieken; te weten, uw reukwerk, dat gij mij alsdan offert, dat anders in recht gebruik een lieflijke reuk was voor den Heere. Zie Lev.26:31.